De witte vulling versus amalgaam vulling
Nu algemeen duidelijk is geworden dat het gangbare vulmateriaal voor tanden en kiezen, oftewel amalgaam (een verbinding grotendeels bestaande uit Zilver, Tin en Kwik), de gezondheid kan schaden is de vraag naar de witte vulling enorm toegenomen.

Peter Borm tandarts in Arnhem legt uit dat “Technisch” gesproken amalgaam (de grijze vulling) een zeer goed vulmateriaal wat functioneel goed heeft gewerkt, menig onheil heeft voorkomen en gebitselementen heeft gered van de ondergang.

Volgens Borm is het echter terecht om de vraag te stellen of die witte vulling even goed of zelfs beter is dan het bestaande materiaal, het amalgaam. De vaak gestelde vraag over het verschil tussen de witte en grijze vulling gaat, volgens hem, meestal om “technische” eigenschappen als het gedrag onder druk, bestand zijn tegen oplossen en normaal gebruik in het mondmilieu. En de niet onbelangrijke vraag: hoe lang gaat de vulling mee, wat kun je er van verwachten?

Borm legt uit: “Hoe lang een vulling meegaat is een moeilijk te beantwoorden vraag. Natuurlijk bestaan er richtlijnen voor maar het dagelijks gebruik en de manier waarop met de vullingen wordt omgegaan zijn uiteindelijk bepalend. Maar je mag zeker verwachten dat een vulling die wordt toegepast als restauratie(vulling) ook tegen een stootje kan. De witte vulling doet in het algemeen niet onder voor de amalgaamvulling, sterker nog de vulling heeft op een aantal punten zelfs betere eigenschappen. Een groot voordeel is bovendien het neutrale gedrag van deze vulling. Met neutraal gedrag bedoel ik de witte vulling als niet-metaal, die geen spanning of elektrische werking in het lichaam veroorzaakt. En het ziet er veel mooier uit dan de grijze vulling”.

Spanning
Een dergelijke spanning kan, volgens Peter Borm, in de mond wel optreden tussen de drie metalen bevattende grijze amalgaam vullingen. Bovendien hebben verschillende soorten amalgaamvullingen vaak ook nog een verschillende samenstelling, ook al zijn ze door dezelfde tandarts aangebracht. Er kan dus een ongewenste spanning ontstaan tussen verschillende metalen in de mond afkomstig van verschillende gerestaureerde tanden of kiezen. Wat het moeilijk te diagnostiseren maakt is het feit dat klachten vaag kunnen zijn en heel individueel. Er bestaat een toereikend geachte methode van (bloed)onderzoek om deze overgevoeligheid aan te tonen en op te sporen. Zodoende kan bepaald worden welke behandeling het beste van toepassing kan zijn.

Soorten en kwaliteiten
Wat betreft de witte vullingen is het belangrijk om te realiseren dat er verschillende soorten en kwaliteiten van deze vulling zijn.

Peter Borm legt uit: “Witte vullingen zijn zogeheten composietvullingen en die bestaan altijd uit een deel wat chemisch polymeriseert, dat wil zeggen: moleculen die aaneengeregen worden waardoor een soort ‘spinnenweb” ontstaat. In dit “web” zitten grotere en kleinere soort glas-deeltjes gevangen. Het geheel ziet er uit als een soort stugge marsepein, die laagsgewijs in tand of kies wordt aangebracht. Op deze wijze kan heel mooi de exacte vorm van de te herstellen tand of kies worden gevormd.

De meest gangbare composietvullingen zijn zogeheten 2-dimensionaal uithardende composieten. Het nadeel van deze composietvulling is dat niet alle moleculen een verbinding aangaan. Die ‘rest’-moleculen komen zodoende in de mond terecht en kunnen opgenomen worden door het slijmvlies. Deze moleculen hebben een giftigheid die overeenkomt met landbouwgif.

Lastig is dat niet aantoonbaar is hoe schadelijk deze moleculen per individu zijn”.

Borm geeft aan geen enkel risico te willen nemen, daarom gebruikt hij in zijn praktijk zogeheten 3-dimensionaal uithardende composieten. Deze zogenaamde Ormoceren zijn na uitharding chemisch gezien vergelijkbaar met een netje mandarijnen waarbij elke mandarijn apart verpakt is. Deze composieten ‘lekken’ niet en krimpen nauwelijks en daarmee zijn ze veiliger.

Gezien het belang dat hij hecht aan veiligheid in de mond neemt hij als tandarts de meerkosten voor zijn rekening en worden die extra kosten niet doorberekent aan de patiënten.